Speech minister van Weel tijdens de theatertour NAVO – Sterk genoeg in onzekere tijden?
Toespraak minister van Justitie en Veiligheid van Weel tijdens de theatertour NAVO in Groningen op maandag 28 juni.
Goedenavond!
In 2022 zijn de Groninger oceaanzeilers Sander Droog en Yvette Oeben ruim een jaar op reis, als aan het eind van de nacht hun mast breekt. Ze hebben duizend mijl achter de rug en nog tweeduizend mijl te gaan. Sander en Yvette dobberen zonder mast in het donker tussen niks en nergens.
Voor oceaanzeilers is veiligheid prioriteit nummer 1. Er is dus een grote voorraad water, voedsel en brandstof aan boord.
In het schip ligt een complete set reservelijnen en -zeilen voor licht en voor zwaar weer.
Sander heeft zijn jeugd doorgebracht op zelfgebouwde vlotten. Met de gespaard gebleven spinakerboom en de resterende zeilen bouwt hij nu weer zelf het schip op. Na een aantal weken op volle zee weten ze zeilend op hun noodtuig een eiland in Frans-Polynesië te bereiken.
Sander en Yvette overleefden dankzij hun goede voorwerk.
Dat is precies waar ik het vandaag met jullie over wil hebben.
Over rampspoed en over hoe we ons daar op kunnen voorbereiden. Met z’n allen. Want wat voor de NAVO geldt, geldt ook in eigen land en eigen straat: samen sta je sterker.
Onze nationale veiligheid is een zaak van ons allemaal. Van bedrijven, buurtbewoners, verenigingen, organisaties en uiteraard de overheid. Als we allemaal zorgen dat we weten hoe we in noodsituaties onszelf en onze omgeving kunnen helpen, dan wordt ons land een stuk veiliger.
De afgelopen decennia hebben we al met verschillende crises te maken gehad. Met overstromingen in Limburg bijvoorbeeld. En dreigingen van terreuraanslagen. We hebben een nationale veiligheidsstrategie, maar dat is nog niet voldoende.
De afgelopen jaren zijn de geopolitieke onrust en dreiging veranderd en toegenomen.
De aanhoudende oorlog in Oekraïne.
De veranderende opstelling op het wereldtoneel van de VS.
Beide laten zien dat de Europese lidstaten samen de verantwoordelijkheid moeten nemen voor de eige veiligheid. Nederland dus ook. We moeten voorbereid zijn op het ergste.
Nederland kan betrokken raken bij een militair conflict.
Niet per se op eigen bodem, maar wel als onderdeel van het bondgenootschap. En dan staat niet alleen onze krijgsmacht aan de lat. Dan zullen wij als samenleving ook voorbereid moeten zijn.
Ontstaat er een conflict, dan raakt dat ons dagelijks leven direct. Van onze wegen tot ons internet. Van ons eten tot onze elektriciteit. Daar zijn we nu nog niet klaar voor, maar we leveren een enorme krachtsinspanning om dat zo snel mogelijk wél te zijn.
Zodat onze samenleving en onze economie kunnen blijven draaien.
We weten allemaal allang dat oorlogen niet meer alleen met bommen en granaten worden gevoerd. In Oekraïne zien we dat ook het normale leven wordt verstoord. De stroom gaat eraf, telefoons doen het niet, pinnen lukt niet.
Tegelijkertijd zien we ook dat Russische schepen ónze vitale infrastructuur op zee in kaart brengen. De oliepijplijnen Nordstream I en II werden al gesaboteerd. Trollen op sociale media proberen tijdens verkiezingen in Europa onrust te creëren.
Nederland is de toegangspoort van Europa. Dat maakt ons land kwetsbaar voor spionage, sabotage en beïnvloeding. Gaat er iets mis in de haven van Rotterdam of het internetknooppunt in Amsterdam, dan kan dat ons land lamleggen en de toegang tot Europa blokkeren.
Als we worden aangevallen, dan zullen we met z’n allen de handen uit de mouwen moeten steken.
Om onszelf en elkaar er doorheen te helpen en de krijgsmacht te ondersteunen. Die heeft ons nodig. Voor de zorg, voor energievoorziening, of voor de productie en distributie van voedsel.
Het zou ook bijvoorbeeld kunnen dat je op een vrachtwagen zit en voor de krijgsmacht gaat rijden. Op die omslag bij crisis moeten we ons voorbereiden. Voor onszelf en voor de landen om ons heen. Dus met elkaar paraat staan. Veerkrachtig zijn.
Het is natuurlijk niet leuk om over een crisis te piekeren. Niet doen! Want er is reden voor optimisme. Tijdens de coronacrisis hebben we geleerd dat we enorm vindingrijk zijn. Van de ene op de andere dag stapten we over op digitaal werken. We stampten een infrastructuur voor testen en vaccineren uit de grond. Veel mensen sprongen bij in de zorg. Daaruit bleek onze veerkracht. Maar het ging meest ad hoc. Het werkt nog beter en sneller, als we al op zulke situaties zijn voorbereid. En met elkaar in korte tijd de puzzel kunnen leggen. Dat redt levens.
Afgelopen maand viel in Den Haag de stroom uit. Wegen stonden vast. Ministeries stroomden leeg. Omdat de NS een andere stroomvoorziening heeft, konden de meeste mensen wel gewoon naar huis. Dat is het soort back-up waar dit kabinet op veel fronten aan werkt. Vaak samen met private partners.
Niet alleen voor onze energievoorziening en onze wegen, sporen, op zee en in de lucht.
Ook onze zogenaamde gps-systemen moeten robuust zijn. Net zoals onze data-systemen. Want een leven zonder telefoon zou weliswaar een hoop discussies in de opvoeding schelen, maar ons land zou tot stilstand komen.
We merken dat sommige landen invloed proberen te hebben op onze democratie. Met nepnieuws, met trollen die conflicten op sociale media uitvergroten, maar ook door spionage en sabotage proberen ze ons te beïnvloeden. We proberen dat nu al zo goed mogelijk te herkennen en te voorkomen. En natuurlijk reageren we er krachtig op als er toch zo’n aanval is.
We moeten dus tegen een stootje kunnen. Daarmee verkleinen we de risico’s en zijn we ook goed voorbereid op andere calamiteiten. Grote overstromingen bijvoorbeeld. Of een infectieziektecrisis.
Gebeurt er dan toch iets, dan kan het zijn dat we een tijdje op onszelf en de mensen bij ons in de buurt zijn aangewezen.
Daarvoor is het belangrijk dat iedereen het een aantal dagen uit kan zingen zonder boodschappen te doen, en zonder elektriciteit en water. Haal die voorraad water dus in huis. Sla blikvoer in. Koop een analoge radio, check of je powerbanks vol zijn en bespreek het eens met de buren.
Admiraal Rob Bauer van de NAVO was één van de eersten die vorig jaar wees op de noodzaak van weerbaarheid. Hij vertelt daar zo meer over.
We zijn er beiden van doordrongen dat we alleen met elkaar weerbaar kunnen zijn.
Studenten, ondernemers, ambtenaren, medewerkers van kennisinstellingen, banken, bedrijven: we moeten het met elkaar doen.
Mijn verzoek aan jullie is eigenlijk simpel. Informeer je. Denk vooruit. En doe het met elkaar. Stel je – net als Sander en Yvette deden - het slechtste scenario voor. Ook het minst voorspelbare. In je eigen straat, op je werk, in je buurt. Op denkvooruit.nl vindt je precies hoe je je daarop kunt voorbereiden.
Beste allemaal,
De kans dat we in onrustig water terechtkomen, is toegenomen. Ons materiaal kan haperen. En misschien zitten we opeens een keer in het donker en moeten we beslissingen nemen. Beslissingen om onze manier van leven, onze vrijheid en elkaar te beschermen. Dáár moeten we klaar voor zijn.
Want onze invloed op de hoogte van de golven is beperkt, maar hoe we er doorheen varen; dát bepalen we zelf!
Dank jullie wel.